Gerechtvaardigd belang wanneer en hoe het toe te passen Organisaties verwerken vaak persoonsgegevens om taken uit te voeren die verband houden met hun activiteiten.
Om persoonsgegevens te kunnen verwerken, moeten organisaties er eerst voor zorgen dat de verwerking rechtmatig is. Daarom moeten ze vertrouwen op een van de zes rechtsgrondslagen die zijn uiteengezet in Art. 6 AVG, waarvan er één gerechtvaardigd belang is (Art. 6(1) (f)).
Gerechtvaardigd belang kan in verschillende situaties worden toegepast, zoals het opbouwen van relaties met klanten, direct marketing, fraudepreventie, veiligheid en beveiliging. De EDPB-richtlijnen over gerechtvaardigd belang leggen uit wanneer gerechtvaardigd belang wel of niet kan worden ingeroepen.
Om gerechtvaardigd belang in te roepen, moet een organisatie positief antwoorden op de onderstaande drie vragen:
STAP 1
Is er sprake van een gerechtvaardigd belang van de verwerkingsverantwoordelijke of een derde partij?
Niet alle belangen kunnen als gerechtvaardigd worden beschouwd. In het algemeen geldt dat het belang dat door een organisatie of een derde partij wordt nagestreefd, verband moet houden met hun daadwerkelijke activiteiten en niet in strijd mag zijn met de wetgeving van de EU of de lidstaten. Het gerechtvaardigde belang moet duidelijk en nauwkeurig worden geformuleerd en van kracht zijn op de datum van de gegevensverwerking (niet hypothetisch).
Voorbeelden van gerechtvaardigde belangen zijn onder meer fraudepreventie, toegang tot online informatie, het waarborgen van de voortdurende werking van openbaar toegankelijke websites, het verkrijgen van de persoonlijke informatie van een persoon die iemands eigendom heeft beschadigd om die persoon aan te klagen voor schadevergoeding, het beschermen van het eigendom, de gezondheid en het leven van de mede-eigenaren van een gebouw, commercieel belang, productverbetering en het beoordelen van de kredietwaardigheid van personen.
STAP 2
Is de verwerking echt noodzakelijk voor het gerechtvaardigde belang?
Bij het beoordelen of de verwerking echt noodzakelijk is, moet de organisatie onderzoeken of het nagestreefde gerechtvaardigde belang kan worden bereikt met andere middelen die minder beperkend zijn voor de fundamentele rechten en vrijheden van personen.
Verwerking mag alleen worden uitgevoerd voor zover dit strikt noodzakelijk is voor de doeleinden van het geïdentificeerde gerechtvaardigde belang. Bij het uitvoeren van deze beoordeling moet de organisatie onderzoeken of de gegevens relevant zijn voor het nagestreefde doel en beperkt zijn tot wat nodig is om dit doel te bereiken (beginsel van gegevensminimalisatie).
STAP 3
Worden de belangen of fundamentele rechten en vrijheden van individuen overschreven door legitiem belang?
Om legitiem belang toe te passen, is de derde en laatste voorwaarde waaraan moet worden voldaan dat het legitieme belang in kwestie niet mag worden overschreven door de belangen of fundamentele rechten en vrijheden van individuen, rekening houdend met de redelijke verwachtingen van individuen op basis van hun relatie met de organisatie, en mitigerende maatregelen die de impact van de verwerking beperken.
De belangen van individuen die legitiem belang kunnen overschrijven, omvatten bijvoorbeeld financiële belangen, sociale belangen of persoonlijke belangen.
Fundamentele rechten en vrijheden van individuen omvatten het recht op gegevensbescherming en privacy, maar ook andere fundamentele rechten en vrijheden, zoals het recht op vrijheid en veiligheid, vrijheid van meningsuiting en informatie, vrijheid van gedachte, geweten en godsdienst, vrijheid van vergadering en vereniging, verbod op discriminatie, het recht op eigendom of het recht op fysieke en mentale integriteit.