Er zijn momenteel niet voldoende gegevens uit de particuliere sector beschikbaar voor gebruik door de publieke sector om de empirisch onderbouwde beleidsvorming en publieke diensten zoals mobiliteitsbeheer of het vergroten van de reikwijdte en actualiteit van officiële statistieken te verbeteren, en dus hun relevantie in de context van nieuwe maatschappelijke ontwikkelingen.
De aanbevelingen omvatten onder meer het opzetten van nationale structuren voor het delen van B2G-gegevens, de ontwikkeling van passende prikkels om een cultuur voor het delen van gegevens te creëren, en de suggestie om een EU-regelgevingskader te onderzoeken om de belangen van de publieke sector te besturen. hergebruik voor het algemeen belang van gegevens in particulier bezit.
Het delen van gegevens tussen overheidsinstanties is net zo belangrijk. Het kan een aanzienlijke bijdrage leveren aan het verbeteren van de beleidsvorming en de openbare dienstverlening, maar ook aan het verminderen van de administratieve lasten voor bedrijven die actief zijn op de interne markt (het ‘eenmalige’ principe).
Onevenwichtigheden in marktmacht: Naast de hoge concentratie in het aanbieden van clouddiensten en data-infrastructuren zijn er ook marktonevenwichtigheden met betrekking tot de toegang tot en het gebruik van data, bijvoorbeeld als het gaat om de toegang tot data door het MKB.
Een voorbeeld hiervan komt van grote onlineplatforms, waar een klein aantal spelers grote hoeveelheden gegevens kan verzamelen, waardoor belangrijke inzichten en concurrentievoordelen kunnen worden verkregen uit de rijkdom en verscheidenheid van de gegevens die zij bezitten.
Dit kan op zijn beurt de betwistbaarheid van markten in specifieke gevallen beïnvloeden niet alleen de markt voor dergelijke platformdiensten, maar ook de verschillende specifieke markten voor goederen en diensten die door het platform worden bediend, vooral als het platform zelf actief is op dergelijke gerelateerde markten.
De hoge mate van marktmacht die voortvloeit uit het ‘datavoordeel’ kan grote spelers in staat stellen de regels op het platform te bepalen en eenzijdig voorwaarden op te leggen voor de toegang en het gebruik van data, of zelfs het benutten van een dergelijk ‘machtsvoordeel’ mogelijk te maken bij de ontwikkeling van nieuwe diensten en uitbreiden naar nieuwe markten.
Ook in IoT kunnen onevenwichtigheden ontstaan in haar situaties, bijvoorbeeld met betrekking tot de toegang tot co-gegenereerde IoT-gegevens van industriële en consumentenapparatuur.
Interoperabiliteit en kwaliteit van data: Interoperabiliteit en kwaliteit van data, evenals hun structuur, authenticiteit en integriteit, zijn van cruciaal belang voor de exploitatie van de datawaarde, vooral in de context van de inzet van AI.
Producenten en gebruikers van gegevens hebben aanzienlijke interoperabiliteitsproblemen geïdentificeerd die de combinatie van gegevens uit verschillende bronnen binnen sectoren, en nog meer tussen sectoren, belemmeren.
De toepassing van gestandaardiseerde en gedeelde compatibele formaten en protocollen voor het verzamelen en verwerken van gegevens uit verschillende bronnen op een coherente en interoperabele manier in alle sectoren en verticale markten moet worden aangemoedigd via het voortschrijdende plan voor ICT-standaardisatie en (wat betreft openbare diensten) een versterkte Europese Interoperabiliteitskader.
Er zijn oproepen geweest om het beheer van datagebruik in de samenleving en de economie verder te versterken. Om deze dataruimtes operationeel te maken zijn organisatorische benaderingen en structuren (zowel publiek als privaat) nodig die datagedreven innovatie mogelijk maken op basis van het bestaande wettelijke kader.
Data-infrastructuren en technologieën: De digitale transformatie van de EU-economie hangt af van de beschikbaarheid en het gebruik van veilige, energie-efficiënte, betaalbare en hoogwaardige dataverwerkingscapaciteiten, zoals die worden aangeboden door cloudinfrastructuren en -diensten, zowel in datacentra als op internet. de rand. In dit perspectief moet de EU haar technologische afhankelijkheden in deze strategische infrastructuren, die centraal staan in de data-economie, verkleinen.
Er blijven echter problemen bestaan aan zowel de aanbod- als de vraagzijde van de cloud.
In de EU gevestigde cloudproviders hebben slechts een klein aandeel in de cloudmarkt, waardoor de EU in hoge mate afhankelijk is van externe providers, kwetsbaar is voor externe databedreigingen en onderhevig is aan een verlies aan investeringspotentieel voor de Europese digitale industrie in de dataverwerkingsmarkt;
Dienstverleners die in de EU actief zijn, kunnen ook onderworpen zijn aan wetgeving van derde landen, wat het risico met zich meebrengt dat gegevens van EU-burgers en bedrijven toegankelijk worden gemaakt door rechtsgebieden van derde landen die in strijd zijn met het gegevensbeschermingskader van de EU. Er zijn met name zorgen geuit over verschillende Chinese wetten met betrekking tot cyberveiligheid en nationale inlichtingen.
Terwijl de wetgeving van derde landen, zoals de Amerikaanse CLOUD Act, gebaseerd is op redenen van openbaar beleid, zoals de toegang van rechtshandhavingsinstanties tot gegevens voor strafrechtelijk onderzoek, roept de toepassing van de wetgeving van buitenlandse rechtsgebieden legitieme zorgen op bij Europese bedrijven, burgers en overheden over rechtsonzekerheid en naleving met de toepasselijke EU-wetgeving, zoals regels voor gegevensbescherming.
De EU treedt op om dergelijke zorgen weg te nemen door middel van wederzijds voordelige internationale samenwerking, zoals het voorgestelde EU-VS-verdrag. Overeenkomst om de grensoverschrijdende toegang tot elektronisch bewijsmateriaal te vergemakkelijken, het risico op wetsconflicten te verminderen en duidelijke waarborgen in te voeren voor de gegevens van EU-burgers en bedrijven.
De EU werkt ook op multilateraal niveau, onder meer in de context van de Raad van Europa, aan de ontwikkeling van gemeenschappelijke regels voor de toegang tot elektronisch bewijsmateriaal, gebaseerd op een hoog niveau van bescherming van fundamentele en procedurele rechten.
Er bestaat onzekerheid over de naleving door cloudserviceproviders van belangrijke EU-regels en -normen, bijvoorbeeld op het gebied van gegevensbescherming.
Micro-ondernemingen en kleine en middelgrote ondernemingen lijden economische schade als gevolg van contractgerelateerde problemen, b.v. niet-naleving van het contract of oneerlijke contractvoorwaarden.