Potentieel

Verschillende problemen weerhouden de EU ervan haar potentieel in de data-economie te verwezenlijken.

Fragmentatie tussen de lidstaten is een groot risico voor de visie van een gemeenschappelijke Europese dataruimte en voor de verdere ontwikkeling van een echte interne markt voor data.

Een aantal lidstaten is begonnen met aanpassingen van hun rechtskader, zoals het gebruik van gegevens in particulier bezit door overheidsinstanties, gegevensverwerking voor wetenschappelijke onderzoeksdoeleinden of aanpassingen aan het mededingingsrecht.

Anderen beginnen pas te onderzoeken hoe ze de kwesties die op het spel staan, kunnen aanpakken. De opkomende verschillen onderstrepen het belang van gemeenschappelijk optreden om de omvang van de interne markt te benutten.

De waarde van data ligt in het gebruik en hergebruik ervan. Momenteel zijn er niet voldoende gegevens beschikbaar voor innovatief hergebruik, ook voor de ontwikkeling van kunstmatige intelligentie. De problemen kunnen worden gegroepeerd op basis van wie de gegevenshouder en wie de gegevensgebruiker is, maar zijn ook afhankelijk van de aard van de betrokken gegevens (dat wil zeggen persoonlijke gegevens, niet-persoonlijke gegevens of gemengde datasets die deze twee combineren).

Verschillende kwesties hebben betrekking op de beschikbaarheid van gegevens voor het algemeen belang.

Gegevens voor het algemeen belang: gegevens worden door de samenleving gecreëerd en kunnen dienen om noodsituaties, zoals overstromingen en bosbranden, te bestrijden, om ervoor te zorgen dat mensen langer en gezonder kunnen leven, om openbare diensten te verbeteren en om de aantasting van het milieu en de klimaatverandering aan te pakken en waar nodig en evenredig, om een efficiëntere strijd tegen de misdaad te garanderen.

Door de publieke sector gegenereerde gegevens en de gecreëerde waarde moeten beschikbaar zijn voor het algemeen belang door ervoor te zorgen, onder meer via preferentiële toegang, dat deze gegevens worden gebruikt door onderzoekers, andere publieke instellingen, bedrijven of start-ups.

Ook data uit de private sector kunnen als publieke goederen een belangrijke bijdrage leveren. Het gebruik van geaggregeerde en geanonimiseerde data uit sociale media kan bijvoorbeeld een effectieve manier zijn om de rapportages van huisartsen aan te vullen in geval van een epidemie.

De onlangs herziene Open Data-richtlijn en andere sectorspecifieke wetgeving zorgen ervoor dat de publieke sector meer van de gegevens die zij produceert gemakkelijk beschikbaar maakt voor gebruik, met name door het MKB, maar ook voor het maatschappelijk middenveld en de wetenschappelijke gemeenschap, in de raamwerk van onafhankelijke evaluaties van het overheidsbeleid.

Overheden kunnen echter meer doen. Hoogwaardige datasets zijn vaak niet in de hele EU onder dezelfde omstandigheden beschikbaar, wat ten koste gaat van het gebruik van de data door kleine en middelgrote bedrijven die zich deze fragmentatie niet kunnen veroorloven. Tegelijkertijd worden gevoelige gegevens (bijvoorbeeld gezondheidsgegevens) in openbare databases vaak niet beschikbaar gesteld voor onderzoeksdoeleinden, bij gebrek aan capaciteit of mechanismen die het mogelijk maken specifieke onderzoeksacties te ondernemen op een manier die in overeenstemming is met de regels voor de bescherming van persoonsgegevens.

Ondanks het economische potentieel is het delen van data tussen bedrijven nog niet op voldoende schaal van de grond gekomen. Dit is te wijten aan een gebrek aan economische prikkels (waaronder de angst om een concurrentievoordeel te verliezen), een gebrek aan vertrouwen tussen marktdeelnemers dat de gegevens zullen worden gebruikt in overeenstemming met contractuele afspraken, onevenwichtigheden in de onderhandelingsmacht, de angst voor verduistering van de gegevens door derden, en een gebrek aan juridische duidelijkheid over wie wat met de gegevens mag doen (bijvoorbeeld voor gecocreëerde gegevens, met name IoT-gegevens).

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *