Goedheid kun je niet programmeren, gewoon omdat dat het onszelf niet lukt om goed te zijn. Omdat we nu eenmaal leven in een samenleving die niet gericht is op geven maar op nemen.
We zijn langzaam maar zeker onze capaciteit om te geven verloren en daarmee ook het nut van geven vergeten. Het begrip geven is langzaam maar zeker verdwenen uit onze samenleving. En vervangen door nemen in welke vorm dan ook, kansen pakken, voordeel krijgen, beter, meer en exclusief. De optelling van dit alles lijkt ons zover te hebben gebracht, dat we bereid zijn daarvoor vrijheden af te staan aan een algoritme.
De soms van regels opgesteld door anderen die bij het bedenken van die regels geen rekening hebben gehouden met goedheid maar met eigenbelang. Ze wilden het goeddoen voor zichzelf en dachten daarbij niet aan een ander.
Hiermee konden weeffouten worden gemaakt in vitale infrastructuur omdat er geen mogelijkheid is tot twijfel. Een optelling dus waarvan het antwoord vast staat, terwijl er geen twijfel bestaat of het antwoord goed is.
Twijfel is er bij het opstellen van de som er al uitgelaten omdat we wisten welk antwoord we wilden.
Als we daarover nadenken, dan kunnen we niet geloven dat dit echt zo is. Omdat het ongeloofwaardig is en indruist tegen alle denkbeelden die we ons voor kunnen stellen.
En toch hebben we de afgelopen decennia op deze manier veel vrijheden opgeven doordat onze data werd gedeeld. Niet dat we ons bewust waren dat onze data werd gedeeld, we gingen immers nog uit van de goedheid in de mens.
Maar toch kwam deze data steeds vaker in een groot meer van data terecht waaruit gegevens werden gebruikt. Voorbeelden ten over, zo hoefde we bij de belastingdienst niets meer in te vullen, alleen nog maar te controleren. En bij een bezoek aan het ziekenhuis scande we alleen nog ons paspoort. Contant geld werd vervangen door het betalen met een pas of zelfs je telefoon. En langzaam maar zeker raakten we meer gegevens kwijt, dan waar we ons bewust van waren.
Daarbij worden met deze gegevens digitale klonen van ons gemaakt om makkelijker te kunnen voorspellen welke dingen invloed op ons hebben. Zodat we één doelwit worden dat makkelijk te sturen is, richting de vooraf bepaalde uitkomst van de som.
We worden dus langzaam maar zeker geassimileerd tot een groter geheel, waarbij nog een eigenschap kan worden geëlimineerd namelijk twijfel. Twijfel of dingen wel zijn wat we denken of doen wat we dachten waarvoor ze waren gemaakt.
Hiermee gaan dingen opeens een heel eigen leven leiden en lijken onze levens opeens heel veel op de levens van dingen.
Waarmee de essentie van het leven, een optelling van regels lijkt te worden, die bepalen hoe we ons leven leiden. In een samenleving die ons online corrigeert voor niet gewenst gedrag. Door ons een ander beeld van de samenleving te projecteren dan deze in de werkelijkheid zou zijn.
We worden dus geïndoctrineerd met informatie die eerst is uitgetest op onze digitale kloon. Het gewenste resultaat verzekerd en het gestelde doel behaalt met een minimum aan investeringen. We leven dus in een voorspelbare wereld die toewerkt naar een vooraf bepaald doel. Waarbij onze rol vast staat in eentjes en nulletjes en waarvan niet afgeweken kan worden.
Een matrix die ons leven projecteert volgens een vooraf bepaalde route waarvan niet kan worden afgeweken. Maar volgens een route die ons het meest zou behagen en elke reden tot twijfel weg zou nemen.